Garnalen kroketten
12 stuks

Benodigdheden:

90 gram boter
125 gram bloem
300 ml visbouillon van tablet
2 blaadjes gelatine
2 bakjes Hollandse garnalen
1 mespuntje cayennepeper
2 eieren
75 gram paneermeel
3 beschuiten verkruimeld
½ zakje peterselie
1 citroen in partjes

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zo maak je het klaar:

Smelt de boter in een steelpan. Voeg 70 gram bloem toe en roer tot een samenhangende massa. Laat de roux op heel laag vuur 5 minuten garen.
Roer de bouillon door het mengsel en breng al roerend aan de kook. Draai het vuur laag en kook de ragout al roerend nog ± 5 minuten door.
Week ondertussen de gelatine 5 minuten in koud water. Neem de ragout van het vuur. Knijp de gelatine uit en roer goed door de ragout. Snijd de garnalen in stukjes en meng ze erdoor. Breng op smaak met cayennepeper. Laat in ± 30 minuten helemaal afkoelen, dek de pan af en zet 3 uur in de koelkast. Hierdoor wordt de ragout stevig.
Strooi de rest van de bloem op een bord. Splits de eieren en klop de eiwitten los in een diep bord. Bestrooi een derde bord met het paneermeel en de beschuitkruimels. Verdeel de ragout in 12 gelijke porties en vorm er met vochtige handen kroketten van. Haal de kroketten door de bloem, vervolgens door het eiwit en tot slot door het paneermeel.
Verhit de olie in de frituurpan tot 180 °C. Frituur de kroketten in 2 porties in ± 3 minuten goudbruin. Laat uitlekken op keukenpapier. Frituur tot slot de takjes peterselie 10 seconden. Serveer de kroketten met de peterselie en de partjes citroen.