|  | Paaseitjestaart 
12 punten Benodigdheden: 
        
          | 200 | gram zelfrijzend    bakmeel |  
          | 2 | theelepels gemalen    kardemom |  
          | 200 | gram zachte boter |  
          | 200 | gram fijne tafelsuiker |  
          | 4 | eieren |  
          | 2 | grote appels geschild    en geraspt |  
          | 1 | sinaasappel het rasp    ervan |  
          | 200 | gram chocolade    paaseitjes melk, puur en wit |  
          | 250 | ml slagroom |  
          | 3 | eetlepels advocaat |  
          | 40 | gram poedersuiker |  
          | 1 | zakje    slagroomversteviger |  
          | 2 | pakjes wit rolfondant |  Zo maak je het klaar: Verwarm de oven voor op 160°C. Bekleed de bodem van een springvorm (20-22  cm) met bakpapier.
 Schil en rasp de appels.
 Meng in een kom het zelfrijzend bakmeel met  de kardemom en een snuf zout.
 Klop in een beslagkom de boter met de  tafelsuiker tot een luchtige, romige crème.
 Klop één voor één de eieren erdoor.
 Voeg een volgend ei pas toe als het vorige ei  geheel is opgenomen.
 Spatel dan achtereenvolgens de geraspte  appel, het sinaasappelrasp en het meelmengsel erdoor.
 Doe het beslag over in de springvorm en bak  de taart in 40-50 minuten mooi bruin en gaar.
 Laat de taart eerst 10 minuten in de vorm  afkoelen, verwijder de vorm en laat het op een rooster verder afkoelen.
 Hak de helft van de chocolade-eitjes in  stukjes en halveer de resterende eitjes in de lengte.
 Klop in een kom de slagroom met de advocaat,  poedersuiker en de slagroomversteviger stijf en spatel de gehakte chocolade  erdoor.
 Snijd de taart overlangs in 3 lagen.
 Bestrijk de onderste en de middelste  taartlaag met de advocaatroom en leg ze op elkaar op een platte schaal.
 Leg de bovenste taartlaag erop.
 Rol de fondant volgens de aanwijzingen uit  tot een ronde lap van Ø 30 cm en bekleed de bovenkant en zijkant van de taart  met de fondant.
 Vouw de overtollige fondant onder de taart.
 Garneer de taart bovenop met de  chocolade-eitjes.
 
               |