Appeltaart met stroopwafel

12 punten 

Benodigdheden:

250 gram bloem
125 gram fijne kristalsuiker
125 gram koude boter in kleine stukjes
1 ei losgeklopt
4 grote stevige appelen
5 stroopwafels
1 sinaasappel de rasp ervan
2 eetlepels custardpoeder
6 eetlepels abrikozenjam
1 springvorm Ø 26 cm

Zo maak je het klaar: 

Vet de springvorm in. Snijd de boter in kleine stukjes. Meng de bloem, suiker en een snuf zout in een kom en schep de stukjes boter erdoor. Meng alles met de vingers tot een kruimelig deeg. Voeg het ei en zo nodig ook een beetje koud water toe en kneed snel met koele hand tot een soepele deegbal. Laat het deeg gewikkeld in plasticfolie in de koelkast dertig minuten rusten. Verwarm na twintig minuten de oven voor op 175°C. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd het vruchtvlees in stukjes. Rasp de schil van de sinaasappel. Snijd de stroopwafels in stukjes. Schep in een kom de stukjes appel en stroopwafelstukjes met de sinaasappelrasp door elkaar. Rol het deeg op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een ronde lap van dertig cm. Bekleed de taartvorm met het deeg en druk het aan de rand goed aan. Prik gaatjes in de bodem en strooi er custardpoeder over. Verdeel het appelmengsel over de bodem. Schuif de vorm een richel onder het midden in de oven en bak de appeltaart in 45 tot 50 minuten goudbruin en gaar.