Apppelcarré

10 stukken 

Benodigdheden: 

3 goudrenetten geschild en in kleine stukjes
75 gedroogde abrikozen in kleine stukjes
10 bolletjes gember fijngehakt
3 eetlepels suiker
˝ citroen het rasp en sap er van
1 pakje diepvries roomboter bladerdeeg ontdooid
25 gram gesmolten boter

Zo maak je het klaar:

Verwarm de oven voor op 200°C.

Snij de goudrenetten en gedroogde abrikozen in kleine stukjes.

Hak de gember fijn.

Rasp en pers de citroen.

Laat het bladerdeeg ontdooien.

Meng in een kom de stukjes appel met abrikozen, gember, een derde van de suiker, citroenrasp en 1 eetlepel citroensap.

Leg vijf plakjes bladerdeeg in een lange rij naast elkaar op een met bakpapier beklede bakplaat, laat de plakjes elkaar 1 cm overlappen en druk deze aan.

Verdeel het appelmengsel in een lange reep over het deeg.

Maak ook van de andere deegplakjes een lange deeglap en leg deze over de vulling.

Maak de randen iets vochtig met water en druk ze goed op elkaar.

Snij de bovenstaande deeglap met een scherp mesje elke cm over bijna de hele breedte in.

Smelt de boter en bestrijk de bovenkant het mengsel en strooi de resterende suiker erover.

Bak de appeltaart in ± 25 minuten goudbruine en gaar.

Laat de taart afkoelen tot lauw en snijd hem in rechthoekige stukken.

Lekker met een bolletje vanille-ijs