Pasteitje met kipragout

2 personen

(voorgerecht)

Benodigdheden:

150 gram kipfilet in kleine blokjes
1 mespuntje zout
1 mespuntje peper
250 ml kippenbouillon
20 gram boter
20 gram bloem
8 champignons in plakjes
2 theelepels mosterd
2 eetlepels kerriepoeder
2 eetlepels fijngehakte peterselie
1 scheutje slagroom
2 bladerdeeg pasteibakjes

Zo maak je het klaar:

Bestrooi de kipfilet met zout en peper. Verwarm de oven voor op 190ºC.

Zet de pasteibakjes in de oven en verwarm ze ± 8 minuten. Breng de bouillon aan de kook en pocheer de kipblokjes in ± 5 minuten gaar. Schep ze uit de bouillon. Smelt in een sauspan de boter. Roer met een garde de bloem door de boter tot een glad mengsel. Laat 1 minuut, al roerend, zachtjes pruttelen. Voeg steeds roerend, bij beetjes tegelijk, de bouillon toe en roer tot een gladde saus. Doe dan de champignonplakjes erbij en daar­na de kipreepjes, mosterd, kerrie­poeder en peterselie. Voeg aan de ragout slagroom toe en breng desgewenst op smaak met zout en peper. Haal de pasteibakjes uit de oven en wip met behulp van een lepel het dekseltje uit de bakjes. Schep de ragout in de bakjes en leg het dekseltje erbovenop. Schep overgebleven ragout naast het bakje op het bord. Dien meteen op.